Hoe kan een kinderfysiotherapeut helpen met prikkelverwerking
Problemen met prikkelverwerking kan zowel fysieke als mentale klachten opleveren bij je kind. Het kindje kan zich op een manier gedragen die niet wenselijk is voor diens omgeving, maar die net zo goed niet fijn is voor het kindje zelf. De vraag is dan of we te maken hebben met gedrag of een probleem in de prikkelverwerking. Denk hierbij aan een kind dat niet “wil” luisteren en/of vaak boosheid uit. Bedenk dan dat dit is geen kwestie van niet willen luisteren, maar niet kunnen luisteren. Het lukt je kind niet om goed te luisteren door alle andere aanwezige prikkels. Ook voor baby’s kunnen vele omgevingsluiden, vele visuele prikkels of juist het van arm tot arm gedragen worden (veel tast prikkels) voor onrust zorgen. De baby raakt sneller moe en zal zijn onvrede uiten in huilen of juist vermijding gedrag laten zien.
Ieder kind is anders
Een kinderfysiotherapeut kan het kind en/of de ouders helpen door te kijken en te luisteren naar het kind en de ouders om te zien waar de problemen in de prikkelverwerking zich voortdoen. Hebben we te maken met een kindje dat een hele hoge prikkeldrempel heeft en daardoor anders reageert dan dat we zouden verwachten, omdat het niet alle prikkels registreert? Of hebben we juist te maken met een kindje dat een hele lage prikkeldrempel heeft en juist veel te veel prikkels registreert? Vervolgens gaan we samen kijken voor elke zintuigen dit dan voornamelijk geldt.
Neem bijvoorbeeld een kindje dat moeite heeft met inslapen. Een kind kan namelijk heel gevoelig zijn voor geluid, maar normaal regeren op visuele prikkels. Zo kan het ene kind moeite hebben met in slaap vallen, door de vele achtergrondgeluiden en een ander kind wordt juist onrustig wanneer het doodstil is. Terwijl weer een ander kind ook moeite kan hebben met slapen, waarbij omgevingsgeluid geen invloed lijkt te hebben, maar waarbij visuele prikkels juist een storende factor zijn. Na het analyseren van de zintuigen en kwetsbare punten gaan we kijken hoe we met het geven van adviezen, handvaten en eventuele oefeningen hulpvraag gericht kunnen handelen. Waarbij het kind beter gelezen kan worden door de omgeving en waarop de omgeving beter kan anticiperen op het kind. De omgeving aanpassen waardoor we andere gedragingen zien, in plaats van verlangen dat we ander gedrag gaan zien bij voorbaat. Een kind dat beter in staat is om zichzelf te reguleren, zal zich automatisch beter kunnen aanpassen aan zijn omgeving.
Achterstand in motorische ontwikkeling
Een hulpvraag kan dus gericht zijn op bepaald gedrag, maar ook juist op het motorisch bewegen van een kind. Want een kindje kan ook als gevolg van problemen in de prikkelverwerking moeite hebben met zijn motoriek. Een kindje komt maar niet tot het maken van een transfer, doordat het kind problemen ervaart in het vestibulaire systeem (evenwichtsorgaan). Het gevolg daarvan is dat hij/zij een vertraging in de grof motorische ontwikkeling laat zien. We stimuleren in dat geval middels oefeningen en adviezen de motorische ontwikkeling van het kind, rekening houdend met diens prikkelverwerkingssysteem.
Een kinderfysiotherapeut kan jullie als ouders handvaten geven om beter met deze situatie om te gaan. Denk hierbij aan tips in de omgang met je kind maar ook handvaten om een omgeving te creëren waarin jouw kind in zijn of haar eigen tempo leert met prikkels om te gaan. Afhankelijk van de leeftijd van je kindje kunnen we ook het kind zelf handvaten meegeven die hij of zij in het dagelijks leven kan gebruiken.